SV | En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN, zijns Gods; hij verootmoedigde zich niet voor het aangezicht van den profeet Jeremia, [sprekende] uit den mond des HEEREN. |
WLC | וַיַּ֣עַשׂ הָרַ֔ע בְּעֵינֵ֖י יְהוָ֣ה אֱלֹהָ֑יו לֹ֣א נִכְנַ֗ע מִלִּפְנֵ֛י יִרְמְיָ֥הוּ הַנָּבִ֖יא מִפִּ֥י יְהוָֽה׃ |
Trans. | wayya‘aś hāra‘ bə‘ênê JHWH ’ĕlōhāyw lō’ niḵəna‘ millifənê yirəməyâû hannāḇî’ mipî JHWH: |
En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN, zijns Gods; hij verootmoedigde zich niet voor het aangezicht van den profeet Jeremia, [sprekende] uit den mond des HEEREN.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN, zijns Gods; hij verootmoedigde zich niet voor het aangezicht van den profeet Jeremia, [sprekende] uit den mond des HEEREN.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!